Er was eens een toegewijd priester die heel graag zowel de hemel als de hel wilde aanschouwen en God gaf gehoor aan zijn smeekbede.
De priester werd gebracht voor een kale deur, en hij beefde toen hij de deur open zag gaan en een grote ruimte zag waar alles was voorbereid voor een feestmaaltijd. Er was een tafel en in het midden daarvan stonden prachtige schotels met warm eten. De geur en het aroma wekten de eetlust enorm op. De gasten rond de tafel zaten met enorme lepels in hun hand, maar schreeuwden van honger in die verschrikkelijke ruimte. Zij probeerden te eten maar moesten het opgeven en vervloekten God, want de lepels die ze van God hadden gekregen waren zo lang dat zij daarmee hun gezicht niet konden bereiken om dat eten in hun mond te stoppen. Zo stierven ze van de honger terwijl hun borden vol geladen waren met dat heerlijke eten. De priester besefte dat hun geschreeuw thuishoorde in de hel en toen dat begrip doorbrak, ging de deur weer dicht.
Hij sloot zijn ogen en smeekte God om hem van dat verschrikkelijke oord weg te halen. Toen hij zijn ogen weer opende, was hij de wanhoop nabij, want hij stond weer voor dezelfde deur, die kale deur. Opnieuw opende de deur zich en weer zag hij dezelfde ruimte. Niets was gewijzigd en hij stond op het punt om vol afschuw in tranen uit te barsten.
Daar was dezelfde tafel met in het midden diezelfde schotels met warm eten en eromheen dezelfde mensen en in hun handen dezelfde lepels. Toch was het geschreeuw verdwenen en het gehuil en het gevloek was veranderd in zegeningen; want hoewel alles hetzelfde leek, was toch wel degelijk ook alles veranderd. Want met dezelfde lange lepels reikten zij elkaars monden en voedden elkaar en zij dankten God. En toen de priester de zegeningen hoorde, sloot de deur weer. Hij viel op zijn knieën en ook hij prees God die hem de aard van de hemel en de hel had laten zien evenals het verschil – slechts een haar breed – dat hen scheidde.
Auteur onbekend.
Heaven and hell
Once there was a devoted priest who very much wanted to behold both heaven and hell, and God answered his plea.
The priest was brought before a bare door, and he trembled when he saw the door open and saw a large room where everything had been prepared for a feast. There was a table and in the middle of it were beautiful platters of hot food. The smell and aroma whetted his appetite immensely. The guests around the table sat with huge spoons in their hands, but screamed with hunger in that terrible space. They tried to eat but had to give up and cursed God, because the spoons they had received from God were so long that they could not reach their faces with them to put that food in their mouths. Thus they died of hunger while their plates were loaded with that delicious food. The priest realized that their screams belonged in hell, and when that understanding broke through, the door closed again.
He closed his eyes and begged God to take him away from that terrible place. When he opened his eyes again, he was close to despair, for he found himself again before the same door, that bare door. Again the door opened and again he saw the same room. Nothing had changed and he was about to burst into tears in horror.
There was the same table there with the same dishes of hot food in the middle and around it the same people and in their hands the same spoons. Yet the screams had disappeared and the crying and cursing had turned into blessings; for although everything seemed the same, yet surely everything had also changed. For with the same long spoons they reached each other's mouths and fed each other, and they gave thanks to God. And when the priest heard the blessings, the door closed again. He fell to his knees and he too praised God who had shown him the nature of heaven and hell as well as the difference - only a hair wide - that separated them.